Soms krijg ik iemand in de praktijk die iets verschrikkelijks heeft meegemaakt. Een routine-onderzoek, daarvoor ging ze het ziekenhuis in. Gewoon even kijken, in haar lichaam, of de arts iets kon zien wat de oorzaak was van haar niet eens zo heel grote probleem. Toen ze klaar lag voor het onderzoek, dan ben je al niet meer helemaal jezelf door zo’n ziekenhuisomgeving en de positie waarin je verkeert, werd een student-arts aangewezen. Die jonge, onervaren persoon ging het onderzoek doen want die moest het immers ook leren. Tijdens het onderzoek voelde mijn cliënt al dat het niet helemaal prettig ging. Daar zei ze ook iets over, dat het pijnlijk was. ‘Oh, dat is niets bijzonders hoor, dat komt vaker voor’, zeiden de artsen.
Een paar dagen na het onderzoek krijgt mijn cliënt allemaal klachten en blijkt er iets geraakt te zijn in haar lichaam dat niet meer hersteld kan worden. Dit heeft als gevolg dat ze de hele dag last heeft van krampen en ’s nachts heel moeilijk slaapt. In een paar maanden tijd verandert haar leven in een nachtmerrie. Ze kan maar niet geloven dat dit haar leven is. Ze is niet meer in staat te werken en gaat ziekenhuis in en uit. En er worden steeds fouten gemaakt. Er worden afspraken vergeten, informatie wordt niet doorgegeven en elke arts heeft weer een andere mening over verdere behandelingsmogelijkheden. ‘Sorry’ is ook nooit gezegd en dat steekt mijn cliënt nog het meest.
Ze meldt zich aan voor therapie omdat ze angstig wordt, claustrofobisch en gedeprimeerd. Ze wil ook niet weten waar deze nachtmerrie eindigt omdat ze daar niet wil eindigen. Een aangepast leven, waarin ze bepaalde dingen niet meer kan doen en waarin ze altijd een bepaalde mate van last zal hebben.
Voor mij als therapeut is het allerbelangrijkst dat zij van mij hoort dat het heel erg is wat zij meemaakt. Dat ze daar zo gelijk in heeft, om kwaad te zijn over wat er gebeurd is ook. Vervolgens pas op de plaats. Wat is haar concrete situatie. Wat is realistisch om te doen en wat niet. Stapje voor stapje. Hoe gaat ze de regie weer oppakken. Wat is eerst belangrijk. Zodat ze weer licht aan het einde van de tunnel ziet en haar angsten kan overwinnen. Ik zie haar balanceren tussen wanhoop, ongeloof en hoop en realiteit. Langzaamaan pakt ze steeds meer dingen op en neemt haar leven weer vorm aan.