Hoe gelijkwaardig voel jij je?

Er is een nieuw tv-programma over de rechtszaal, kleine en grotere rechtszaken worden gefilmd, de verdachte wordt geanonimiseerd. Het werd besproken door een paar journalisten op de radio. De bedoeling van het programma is voor mijn gevoel, om deuren te openen naar een wat pijnlijker of onbekender aspect van de samenleving, van ons mensen.
De journalisten verwonderden zich onder andere over een verdachte die niet wist dat je in Nederland geen vuurwapens mag hebben tenzij je een vergunning hebt. En ze verwonderden zich ook over het moment dat de verdachte niet in de zaal was. Hoe de rechter, de aanklager en advocaat hun rol aflegden, zich leken te ontspannen en als mens te zien waren die hun boterhammetjes uit een zakje halen.
Alsof hun menselijkheid, hun eigen kwetsbaarheid, hun eigen ‘fouten’ en eigenaardigheden in functie niet kunnen bestaan als ‘de verdachte’ er bij is.
Alsof ze hun gelijkwaardigheid aan de verdachte niet (willen) voelen en tonen. De verdachte staat terecht, in staat van beschuldiging, de mensen in functie beschuldigen, verdedigen en vellen hun oordeel.
De journalisten spraken er ook over als iets exotisch, iets wat zich buiten hun leefwereld afspeelde.
Maar ook dat is ook onze wereld, we zijn allemaal mensen, waar we ook zijn en wat we ook doen. Gelijkwaardige mensen met heel verschillende verhalen, daden en talenten.
Waar we een rol gaan spelen, ons achter een functie of professionaliteit gaan verschuilen gaat er iets wezenlijks van ons als mens verloren. Waar we mensen isoleren, op afstand zetten, waar we mensen ontmenselijken door ze in een categorie te duwen, krimpt ons hart.
Ik denk aan organisaties waarin de hiërarchie vooruitgeschoven wordt, of het feit dat je man of vrouw bent verschil maakt in waardering, of verdachte of rechter je aanzien geeft of afkeuring. Het ziekenhuis waarin artsen niet willen toegeven dat ze een fout hebben gemaakt, niet vanuit hun menszijn opereren maar gevangen zitten in een systeem.

Ik denk aan het land waarin je geboren bent dat maakt dat jij de voorrechten wel krijgt en degene die naar jouw land vlucht niet.
Ik denk er aan dat we ons de meerdere kunnen voelen ten opzichte van de stagiaire, of de vrouw die haar nek uitsteekt met haar nieuwe ideeën voor de organisatie, of de veroordeelde of de buurvrouw die al een tijd werkloos is en wat warrig overkomt.
We zijn allemaal mens, allemaal bijzonder, allemaal anders. Als we onze gelijkwaardigheid blijven voelen kunnen we verbinden, er bij horen en tot ons recht komen.